Op drukke momenten meer werken, op rustige momenten minder

UITDAGING

De handel is een sector met pieken en dalen in de verkoop

Typisch voor de handel is dat de activiteiten en het klantenbezoek sterk variëren volgens het seizoen, doorheen het jaar, en zelfs van uur tot uur. Een logische manier van werken is dan de arbeidsduur te laten variëren op jaarbasis, waarbij de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur (van vaak 35 u/week in de handel) gerespecteerd wordt. Dit is vaak ook interessant voor de werknemers zelf: in de drukke kerstperiode werken ze wat meer uren, in de voorjaarsperiode wat minder. Vandaag kan hierover een cao met grote flexibiliteit of kleine flexibiliteit (of procedure aanpassing van het arbeidsreglement) onderhandeld worden met de vakbonden, waarbij in het laatste geval de arbeidsduur kan variëren met -/+ 2 u per dag en -/+ 5 u per week. In feite geeft dit een vetorecht aan de vakbonden om vaak financiële compensaties hieraan te koppelen. Dit maakt dat vandaag heel wat supermarkten dergelijke cao’s hebben en heel wat non-food winkels niet. 

VOORSTEL

Wettelijke mogelijkheid om ene week meer te werken en andere week minder

Wij vragen dat de annualisering van de arbeidstijd, zoals die geldt in andere landen, automatisch mogelijk zou zijn bij wet, binnen bepaalde grenzen die de wet vastlegt. Hiertoe zou artikel 20bis van de Arbeidswet van 16/03/1971 direct van toepassing moeten zijn, waardoor de referteperiode voor de arbeidsduur automatisch op 12 maanden gebracht wordt. Ook voor deeltijdse contracten met variabele arbeidsduur (regelmatig voorkomend in de handel) zou de referteperiode automatisch op 12 maanden in plaats van vandaag 3 maanden gebracht moeten worden (via aanpassing van artikel 11bis van de Arbeidsovereenkomstenwet van 03/07/1978). 

Start het debat

Deel uw mening op sociale netwerken

DEEL OP

Om meer te vernemen

Jana Vlassenbroek

Social Advisor

Over hetzelfde onderwerp​