Home » Oneerlijke handelspraktijken in de voedingsketen: wederkerige afspraken
Naar eerlijkere handelspraktijken in de voedingsketen
UITDAGING
Gelijke kansen voor kleine en grote spelers in de voedingsketen
Elk jaar wordt er in de Belgische voedingshandel maar liefst 31 miljard euro aan voedingsproducten verkocht. Het is dus een miljardenbusiness waar boeren, agro-industrie, kmo’s en multinationals in de voedingsindustrie hun brood verdienen door hun producten in de schappen van de winkels te plaatsen. De supermarkt is daarbij de schakel die per definitie bekritiseerd wordt. Voor de leveranciers verkoopt hij zijn producten te goedkoop, waardoor ze minder winst kunnen maken. Voor de consumenten daarentegen, zijn de producten te duur, waardoor hun koopkracht achteruitgaat. Om ervoor te zorgen dat handelspraktijken in de voedingsketen eerlijk verlopen, heeft Europa een wetgeving opgesteld tegen oneerlijke handelspraktijken (UTP: Unfair Trading Practices). Die geeft kleinere leveranciers zoals boeren of voedings-kmo’s extra kansen voor hun onderhandelingen met grote afnemers zoals supermarktketens. Door een ruimer toepassingsgebied en het ontbrekende onderscheid tussen bederfelijke en niet-bederfelijke producten, heeft België bij de omzetting de onderhandelingsmarge van onze supermarktketens en de mogelijkheid tot contractuele afspraken met leveranciers helaas nog verder beperkt. Dat zadelt onze Belgische handelaars op met een concurrentieel nadeel tegenover de buurlanden.
VOORSTEL
Eerlijke handelspraktijken in twee richtingen
Wij stellen voor om bij de evaluatie van de Belgische wet niet uit het oog te verliezen dat deze wet eenzijdig is en geen enkele bescherming biedt voor afnemers (handelaars) tegen oneerlijke handelspraktijken van grote leveranciers (multinationals uit de voedingsindustrie), met hun grote onderhandelingsmacht en sterke merkproducten. Aan de omzetdrempel van 350 miljoen euro mag niet geraakt worden, want dan zou men voorbijgaan aan de doelstelling van het beschermen van KMO-leveranciers. Bij een uitbreiding van de wet, moet deze eerlijke handelspraktijken bevorderen in twee richtingen. Belgische supermarkten vinden het bijvoorbeeld niet eerlijk dat wereldwijde voedingsconcerns (met winstmarges die een tienvoud zijn van die in de handel) zomaar ongeoorloofd hogere prijzen kunnen opleggen aan België dan aan andere landen, zoals Duitsland of Frankrijk. Ook het onmogelijk maken van parallelinvoer of het verstoren van de bevoorrading zijn oneerlijke praktijken van leveranciers. Het doel moet zijn om een vlot werkende Europese interne markt te bewerkstelligen, waarbij er commerciële vrijheid bestaat, binnen een helder kader dat alle spelers in de voedingsketen kansen biedt.
Meer info
Een vraag? Contacteer onze expert
Nathalie De Greve
Director Sustainability